Systeem purgen
Purge voordat u probeert om de lasbrander te ontsteken, elke slang afzonderlijk om ervoor te zorgen dat er alleen zuurstof of stookgas in de betreffende slang aanwezig is en sluit elke branderklep nadat de bijbehorende slang is gepurged. Deze handeling dient plaats te vinden in een goed geventileerde ruimte en uit de buurt van mogelijke ontstekingsbronnen. Het is van essentieel belang dat de purge-procedure bij gassystemen altijd wordt uitgevoerd als het systeem gedurende een periode niet gebruikt is.
Ontsteken
Ontsteek de lasbrander en stel deze af volgens de instructies van de leverancier. Het is raadzaam hiervoor een vonkaansteker of waakvlam te gebruiken. Als er tekenen van lekkage zijn, fluctuaties in de gastoevoer, gasgebrek of misvormde vlammen, moet de apparatuur worden uitgeschakeld tot het defect is verholpen. Men dient voorzichtig te werk te gaan om brand te voorkomen wanneer er een grote hoeveelheid onverbrand gas vrij komt wanneer de lasbrander niet onmiddellijk ontsteekt.